“Het grootste talent is dat je wéét dat je talent hebt. En dat je dan ervoor gaat. Je moet je bij een carrière voorbereiden op psychische, emotionele en praktische pijn en teleurstellingen. En dat moet je kunnen verduren”. Pierre Bokma
Leergierigheid
Een jaar geleden kwam mijn zoon thuis na zijn eerste les Chinees. Hij had een zakje originele Chinese thee meegenomen met de karakteristieke karakters. Aan zijn docente vroeg hij uitleg over de tekens. ‘s Avonds mailde hij nog een vraag over zijn huiswerk. Hij kreeg als reactie dat hij het nog verder zou schoppen in het leven. (Diezelfde leerling kwam die week overigens thuis met de conclusie van hem en zijn vrienden, dat school vooral zonde van de tijd is…)
Talent, motivatie en omgeving
In deze blog staan talent, motivatie en het belang van de omgeving centraal. De één wordt geholpen door een ander die zijn of haar talent ziet, de ander komt er zelf achter. Het onderwijs is er op gericht dat je rond je vijftiende een profielkeuze maakt. Maak je deze keuze voornamelijk op basis van talent of op basis van verwachtingen van vrienden en de arbeidsmarkt? En wat als je nog niet weet wat jouw talent(en) zijn? Of dat je het wel weet, maar niet de juiste motivatie hebt om daar later jouw brood mee te verdienen? Hoe belangrijk is het gezien te worden waardoor er vroeg ruimte ontstaat om te kunnen onderzoeken hóe je leert in plaats van alleen wát?
Empathie in het onderwijs
In een interview met intern begeleidster Angelina Kalkman van basisschool Het Octaaf vroeg ik naar haar ervaring over leerlingbegeleiding en talentontwikkeling.
Een lange tijd was het onderwijs gericht op kinderen die extra steun nodig hadden: de ‘rugzakkinderen’. Kinderen die zelfstandig en (te) snel door de leerstof gingen moesten zichzelf bezighouden. Dit kwam mede door de hardnekkige mythe van de luxeproblematiek van (hoog)begaafde kinderen. Deze dateert uit de overige eeuw toen psycholoog Lewis Terman de overtuiging had dat ‘goed kunnen leren’ een garantie was voor succes. Overigens is hij op basis van wetenschappelijk onderzoek achtergekomen dat het anders ligt. Inmiddels is duidelijk dat het E.I. (emotionele intelligentie) van doorslaggevend belang is bij motivatie en zelfwaardering.
Foto: Martin Docters van Leeuwen
Interview met Angelina Kalkman, intern begeleidster Basisschool het Octaaf
Wat houdt jouw werk in?
“Ik ben zorgcoördinator van leerlingen in de onder- en bovenbouw van basisschool Het Octaaf. Dat betekent de coördinatie van diverse aspecten op leer- en gedragsgebied én een deel opvoedingsbegeleiding. Dat is dus een heel breed pakket. In korte tijd is de screening van de opvoedingsbegeleiding van de grond gekomen. We sturen een leerling indien nodig door naar hulpverlening Centrum Jeugd en Gezin. Deze insteek: ‘één gezin krijgt één plan’ wordt nu ook sinds een tijd landelijk aangepakt. Er is daarnaast een grote verandering in het kijken naar het kind. Nu hebben we het over ‘Passend onderwijs:’ (red.: dit filmpje is door de schrijver uitgekozen ter verduidelijking van het begrip).
Voorheen waren ouders ‘toehoorders’. Wij – de school, leerkrachten – gaven aan wat wij zagen in de ontwikkeling van hun kind. De ouders werden pas op het laatst gevraagd, of als het mis dreigde te gaan. Die werkwijze is veranderd. Nu worden ouders in een eerder stadium actief betrokken. Op school kan een kind zich namelijk heel anders gedragen dan thuis. Door beide perspectieven samen te voegen verwachten we een totaalbeeld te krijgen. Door de (onderwijs)behoeften eerder te herkennen, kunnen sommige kinderen nu naar de reguliere basisschool. Hun behoeften en problematiek zijn heel divers.
Een vergeten groep waren voor lange tijd de kinderen die meer leeruitdagingen nodig hadden. Er was wel wát extra werk wat ze kregen, maar het stellen van doelen en het geven van feedback op hun werk ontbraken en het werd niet nagekeken. Vaak was de leerstof meer van hetzelfde en leek het meer op een soort van bezighouden van de leerling(en). Dus eerder verbreding dan verrijking van het leeraanbod. Sommigen raakten hierdoor gefrustreerd en kregen juíst gedragsproblemen die we nou net wilden voorkomen. We keken niet naar hoe het ontstond. Wat is de onderliggende oorzaak of aanleiding?
Voorheen keken we achteraf hoe we de problemen moesten oplossen; nu bekijken wij het gedrag al vanaf groep 4. De afgelopen jaren zijn we even aan de slag gegaan met het Digitaal handelingsinstrument voor hoogbegaafden. Dit is uiteindelijk niet ingezet want het team vond het veel werk om alle informatie over de leerlingen in te voeren. We werken nu met een sociaal-emotioneel instrument: veel vragen aan kinderen stellen we in één op één gesprekken. Door (open) vragen te stellen krijgen we belangrijke en waardevolle informatie. Twee keer per jaar vinden er 5 tot en met 8 gesprekken plaats tussen leerlingen en leerkrachten. Nu vragen we of iets te makkelijk is. Vroeger werd alleen gevraagd of iets te moeilijk was.
We hebben nog andere middelen. In de onderbouw werken we met pictogrammen. Dit instrument zorgt ervoor dat het beeld en de interpretatie niet leerkrachtafhankelijk wordt. Het kind kan dan aangeven dat iets niet goed gaat.
De aanpak is anders dan 10 jaar terug. We hebben nu nieuwe kennis over de psychologie en de ontwikkeling van het kind. Leerkrachten kijken nu anders naar kinderen dan vroeger. Naast het meegeven van kennis wordt er ook gekeken naar de sociaal-emotionele behoeften.
De kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong kregen voorheen extra materiaal maar geen uitleg én ze moesten zelfstandig werken. Nu zijn er vaste momenten dat ze naar de instructietafel gaan voor feedback en tips. De leerresultaten van de kinderen blijven stijgen. Vroeger daalde de lijn nog al eens; we weten nu dat dat op onderpresteren duidde. Het Sociaal-emotionele systeem wordt nu volop gebruikt. Deze groep scoort gelukkig goed en de school laat zich monitoren door de schoolinspectie.
Een vervelend maar begrijpelijk gevolg van het niet zien van de (leer)behoeften in het verleden, was dat gedragscorrectie veel tijd en aandacht vroeg. Kinderen gingen op een andere manier om aandacht vragen. Op gedragsgebied zijn de leerkrachten nu minder tijd kwijt omdat kinderen feedback krijgen. De interactie is leuker geworden en ze kunnen spiegelen. Mijn overtuiging is dat kinderen allemaal willen leren. Ze zijn leergierig en weten dat zelf goed aan te geven. Er is een omslag in het denken bij de volwassenen ontstaan: ze zien kinderen als een gesprekspartner. Vroeger ‘onderging’ het kind het onderwijs: de ouders en school beslisten veel.
Waarom heb je destijds gekozen om begrip te vragen voor deze leerlingen terwijl het pakket van een leerlingbegeleider al zo veeleisend is?
“Ik geloof dat ieder kind het beste onderwijs verdient en je moet naar ieder kind apart kijken. Deze groep werd onvoldoende aangesproken. Ik ben vroeger juf geweest. Als juf merk je dat jouw kind niet lekker zijn of haar vel zit. Omdat er niets was heb ik destijds een 2e handscursus Engels aangeschaft en zelf kwartetten gemaakt om deze leerling te bedienen. De taalkaartjes maakte ik thuis. De kinderen wat bezighouden is niet voldoende, er moet een uitdaging zijn. Vroeger werd niet gauw versneld (wat inhoudt dat leerlingen een jaar overslaan). Zorgvuldigheid is inderdaad belangrijk omdat als op het ene vlak een probleem wordt opgelost (cognitief), er op het andere vlak een ander probleem kan ontstaan (sociaal-emotioneel).
Destijds had ik Michelle Sweering (red. MS uit Krimpen aan den IJssel haalde vorig jaar een gouden medaille op de Internationale Wiskunde Olympiade) in mijn kleuterklas. Mijn advies was om haar een groep over te laten slaan. Ik kreeg kritiek omdat mensen dachten dat een te groot risico was. Zo ook voor een aantal andere kinderen waar ik vanuit het totale plaatje zag dat het beter voor hen zou zijn om meer uitdaging te krijgen. Mijn advies was gebaseerd op al het voorwerk: het vele proberen, kijken naar de leerling, gesprekken voeren en doortoetsen voordat je je zeker voelt van jouw zaak. Daar gingen uiteraard ook vele gesprekken met ouders aan vooraf. Nu zie ik dat het goed gaat met die kinderen.
Een ander recent voorbeeld komt al pratende naar voren over een jongen die langdurig thuiszat.
Via Leerplicht kwam ik in contact met een jongen. Geen school wilde deze leerling aannemen: te complex, te problematisch. Ik heb toen er voor gepleit hem op Het Octaaf aan te nemen.
Heel laagdrempelig zijn we gestart. Eerst 6 weken wennen aan school… Zijn zelfbeeld was enorm onderuit gehaald waardoor er weinig meer mogelijk leek. Dus eerst de aandacht op kunnen brengen voor weer een plek te hebben in de klas, opnieuw contact kunnen maken met andere leerlingen en het aanbrengen van een structuur.
Hij zit inmiddels heerlijk in zijn vel. Het leren lukt nog niet maar dat komt hierna. Dan kunnen we verder gaan kijken wat de reden was waarom hij vastzat. Iemand wil geen onterechte labels opgeplakt krijgen. Als dat lukt dan ben ik tevreden’.
Tekst: Valérie Docters van Leeuwen